Kan ik je veilig naar huis laten gaan? (113 conferentie)

Met deze vraag sloot de coach het gesprek af, dat zij met Daan voerde. Het was de eerste keer dat Daan na jaren worstelen met iemand over zijn gedachten praatte. Een vraag die als donderslag bij heldere hemel kwam. Althans, voor Daan. Twee dingen schoten op dat moment door zijn hoofd: Eén: er geeft iemand om mij. En twee: oei, blijkbaar is het erger dan ik zelf had gedacht.
Het was één van de (ervarings)verhalen die langs kwam op de 113-conferentie over zelfmoordpreventie, halverwege mei. Het was een conferentie in een reeks waarvan er meerdere zijn geweest (voortvloeiend uit de jaarlijkse conferentie Samen Sterk), maar deze was specifiek gericht op onderwijs. Alleen dan blijkt ook onderwijs zelf heel divers te zijn. Wat je op basis- of middelbare scholen kunt aanbieden en wat daar werkt, is niet altijd effectief in het hoger onderwijs. In basis- en middelbaar onderwijs is het contact met ouders bijvoorbeeld veel meer vastgelegd. De meeste studenten op de universiteit zijn 18+, een leeftijd waarop je niet zonder meer contact met de ouders mag opnemen.
Veel van de informatie en workshops was gericht op basis- en middelbaar onderwijs. Toch was het goed om op zo’n conferentie te zijn, je collega’s te spreken en over het onderwerp na te denken. Het verhaal van Daan was tekenend: na het overlijden van zijn oma kwam hij in de knoei met zijn gevoel en dat werd van lieverlee steeds erger. Hij wilde zijn problemen niet met zijn ouders delen, omdat zijn moeder ernstig ziek was. En omdat dat een probleem was dat aandacht vroeg, schoof hij zijn eigen probleem naar de achtergrond. Toen het uiteindelijk ook op school niet meer ging, heeft hij, net op tijd, toch aan de bel getrokken. En daar heeft hij gevonden wat in zo’n geval nodig is: iemand die hem zag staan, die naar hem luisterde zonder oordeel, iemand die verdroeg dat hij zelfmoordgedachten had, iemand die samen met hem de weg naar hulp vrij heeft gemaakt. Eigenlijk alles wat 113 in hun gatekeepertraining adviseert.
Daan kwam veilig thuis. Voor zo’n 300 anderen is dat het afgelopen jaar niet het geval geweest, want dat is het aantal jong volwassenen dat afgelopen jaar succesvol zelfmoord heeft gepleegd. Om dat getal in beeld te gieten: dat is per maand een klas vol. Of per jaar zoveel inwoners als de gemeente Eindhoven. De helft is schoolverlater en ‘glipt er doorheen’, oftewel: is niet bekend bij de hulpverlening. Indien mogelijk wordt er dan een psychosociale autopsie gedaan. Via gesprekken met naasten wordt in kaart gebracht wat er is gebeurd wat tot de suïcide heeft geleid.
Maar dat moment wil je eigenlijk voor zijn. Daar hadden we het op die 15e mei over. Na het indrukwekkende verhaal van Daan konden we in inloopsessies kennis maken met verschillende initiatieven. Eén van de initiatieven waar ik mee heb kennis gemaakt, is ‘Door het Geluid’; een stichting, opgericht door studenten om het welzijn van studenten te bevorderen. Dat doen ze door trainingen te geven mee te denken over beleidsvorming en bewustwordingscampagnes. In te huren door onderwijsinstellingen, maar ook studentenverenigingen of sportclubs. De trainingen worden gegeven door speciaal opgeleide ambassadeurs, zelf ook student. Er wordt aandacht besteed aan signalering, gesprekvoering en de vraag hoe je samen op een veilige manier hulp zoekt. Een soort Gatekeeperstraining, maar misschien nog wel effectiever dan dat, omdat je nu met de doelgroep praat en niet over. Mijn advies? Leg contact met hen en boek een sessie in je instelling!
In de middagsessie boog ik me, samen met collega’s, over de vraag hoe je nu zelfmoordpreventie in beleid in jouw instelling kunt vormgeven. Zoals wel vaker in de academische wereld was het theoretisch kader duidelijk. De uitvoering, dat blijkt lastiger. Vragen die langskwamen waren: ik ben als studieadviseur niet opgeleid om dit soort gesprekken te voeren, waar ligt mijn grens? Hoe maken we studenten wegwijs in alle voorzieningen die er in mijn instelling op gebied van welzijn zijn? Hoe en wie betrekken we als we ons zorgen maken om een student? Zoals gezegd: onze populatie is over het algemeen 18+, dus zomaar contact opnemen met ouders mag niet.
Vaak vraagt een student zelf geheimhouding. Het met jou delen van de suïcidegedachten is voor de student vaak al een enorme stap, het nieuws verder verspreiden hoeft dan niet. Soms is er ook nog sprake van schaamte. Vanuit het perspectief van de student os de geheimhoudingsvraag verklaarbaar. Immers: een gesprek met een studieadviseur is altijd vertrouwelijk? Maar 113 adviseert om nooit geheimhouding te beloven. Want de instelling heeft een zorgplicht naar de student toe.
Maar hoe ziet die zorgplicht er wat dit onderwerp betreft uit, en hoe verhoudt die zich dan weer met de AVG? Eén van de best practices die langskwam, was de tip in een intake gesprek vragen wie we mogen bellen als we ons zorgen maken. Dat hoeft natuurlijk geen ouder te zijn. Maar als je dan een gesprek hebt met een student en je maakt je heel erg zorgen, hoe is het dan op dat moment voor de student om die persoon te benaderen? En zijn de gegevens dan nog up to date? Maar ook: hoe is het voor jou als studieadviseur, trek je zelf op tijd aan de bel, of pak je het als team op?
Kortom: ingewikkeld. Zoals zo vaak kwam ik ook deze keer weer verward, maar aangenaam geïnspireerd aan het einde van de dag aan; wat een hoop waardevolle informatie heb ik gekregen en wat een mooie gesprekken heb ik gevoerd. Maar wat een lastige vragen blijven er over en hoe gaan we hier nu verder mee?
Voor mezelf heb ik twee concrete actiepunten opgeschreven:
1. Checken of mijn instelling de Gatekeeperstraining standaard in het professionaliseringspakket van de studieadviseur heeft zitten, en
2. Contact zoeken met de decanen van mijn instelling, die daar ook waren, en met hen te praten over de vragen: wat hebben we aan beleid, is dat toereikend of kunnen we dat finetunen?
Want dat er op dit gebied nog voldoende werk aan de winkel is, is mij volkomen duidelijk.
Reacties
Meepraten? Plaats een reactie!