Pamperen of slim de vinger aan de pols houden?

1 februari 2015

Welke vorm van begeleiding past bij jou en bij de studenten die je begeleidt? Een terugkerende vraag voor studieadviseurs, mentoren en tutoten.

Een docent die ik had gevraagd om tutor te worden voor onze eerstejaars studenten, vroeg me waarom we onze eerstejaars tegenwoordig zo bij de hand nemen. Naar zijn idee zijn we binnen het onderwijs steeds verder weg geraakt van de zienswijze dat een student volwassen, zelfstandig én verantwoordelijk dient te zijn. Ze zijn meestal18 jaar bij de start van de studie en hebben zelf gekozen om deze studie te doen. Toch gaan we (vanuit de opleiding) met de student mailen, bellen, oproepen voor gesprek (al dan niet preventief), via email, Facebook, Twitter en Whatsapp als ze niet reageren op je mail. Niet alleen met de studieadviseur, maar ook nog met de studentmentor en docenttutor, met iedereen moet de student praten over zijn studievoortgang. Als argument wordt vaak gebruikt: aan het begin van de studie kun je nog bijsturen, dan zou je nog invloed hebben als studentbegeleider.

De docent die ik sprak zag in deze aanpak weinig terug van het aanspreken van de vermogens van de student in de vorm van verantwoordelijkheid nemen voor eigen gedrag (of ontbreken hiervan). En vroeg zich vervolgens af waarom wij als opleiding zo ver gaan om de student vooral pro-actief te benaderen voor studiebegeleiding.

Mijn antwoord was dat het voor mij belangrijk is als studieadviseur dat de student mij in het begin van de studie leert kennen als vertrouwenspersoon, zodat hij bij me over de drempel durft te stappen als er wat aan de hand is dat zijn studie zou belemmeren. En dat we er dan op tijd bij kunnen zijn om het nog bij te sturen. Verder zou mijn aandacht aan het begin van de studie, hopelijk zo ver reiken dat de student ook in zijn latere studiejaren naar me toe zou komen bij vragen en studieproblemen. Het zou mij vooral tijd schelen als ik nu goed investeerde in aandacht en begeleiding van studenten waardoor studenten eerder zelfstandig zouden worden om hun eigen weg te gaan. Aldus mijn standpunt.

Ongeacht of mijn standpunt, ook empirisch is te bewijzen (om eerlijk te zijn heb ik geen idee hoeveel werkhet me zou schelen als ik in het begin van de studie het meeste energie steek in studiebegeleiding van de student), vond ik zijn vraag interessant. Hoe ver gaan we met het pro-actief begeleiden van studenten en wat precies denken we er mee te bereiken. En is dit ooit gemeten? Zijn argument, dat hij zelf in zijn gehele studententijd nooit een studieadviseur heeft gezien of gesproken en hij toch goed was terecht gekomen, is niet geheel terzijde te schuiven. Zou het minder ‘betuttelen’van de student aan het begin van de studie misschien ook een sterk positief effect kunnen hebben in het selecteren van de meest zelfstandige, gemotiveerde en verantwoordelijke studenten? Immers, zonder veel informatie die op een dienblaadje wordt aangereikt, zal de succesvolle student uiteindelijk toch ook zelf op zoek gaan naar de juiste begeleiding, informatie en hulp.

Wat is wijsheid? Meer wachten tot de student op je af komt? Waarbij je de informatiekanalen uiteraard optimaal organiseert en zo de student stimuleert zelf opzoek te gaan naar de juiste informatie. Of toch pro-actief erop af en de student gidsen naar de juiste wegen, met een meer persoonlijke touch?
Wat de meest efficiënte aanpak is, zal waarschijnlijk per studieadviseur verschillend zijn. Mijn voorkeur gaat uit naar het leren kennen van de studenten en vanuit de persoonlijke aanpak studenten te helpen. Dat vind ik simpelweg het allerleukste aan mijn baan.

Reacties

Meepraten? Plaats een reactie!